Mijmeringen van zin & ziel

“Wanneer je verdrietig bent, kijk dan opnieuw in je hart en zie dat je huilt om wat je vreugde schonk”
– Khalil Gibran

Het is zondagavond.
Buiten is het koud en donker.
In huis is het warm en het schemerlicht van de kaarsen geeft de kamer een zachte gloed. Ik ben alleen en in de stilte hoor ik het tikken van de klok. Onverstoorbaar tikken de minuten weg. Het is tijd om in alle rust het begin van dit nieuwe jaar te overdenken.

Ik had 2019 zó goed voorbereid. Vol plannen en goede moed keek ik ernaar uit. Boordevol ideeën voor mijn praktijk, prachtige doelen voor mijn professionele en persoonlijke ontwikkeling, een supergave vakantie geboekt naar New York, ik was er helemaal klaar voor…

En toen was daar dat dramatische bericht. Mijn lieve vriendin is ongeneeslijk ziek. Totaal onverwacht houdt het leven bijna op voor haar. Voor mij eindigt een dierbare vriendschap. En ik kan er niets aan veranderen. Hoe ga ik straks verder zonder haar?

Ik laat herinneringen door me heen gaan. Ik denk terug aan onze eerste, intense ontmoeting op de Alphacursus. Aan het hilarische moment dat ze achter in de auto zat, bedolven onder gekleurde gasballonnen en aan de ontroering toen we deze in de lucht loslieten. Aan de momenten dat we bij de korfbal langs de zijlijn stonden om onze dochters aan te moedigen. Aan de waardevolle retraites met een lach en een traan.

Ik denk terug, vol weemoed en dankbaarheid, maar durf nog niet teveel vooruit te kijken.

Het nieuwe jaar komt in een heel ander licht te staan. Alles wat eerst belangrijk leek, ziet er nu anders uit. Daar waar ik tegenop zag, is ineens niet spannend meer. Waar ik minder mee bezig was, is nu juist heel waardevol geworden. 

Ze is er nog en ik klamp me vast aan de laatste momenten die we samen hebben. Heel intens beleef ik deze ontmoetingen. Om ze voor altijd te kunnen koesteren. Verdrietig, kwetsbaar, maar zo kostbaar.

Er valt een stilte deze zondagavond, en ik raap haar op.

 

Een mooie ont-moeting in de Albert Heijn

‘Het is het gelaat van de ander, dat een appèl doet op mijn bestaan’
– Emmanuel Levinas

Het is vrijdagmiddag 17 uur, als ik nog even naar de Albert Heijn sjees voor de weekend-boodschappen. Op de fiets bedenk ik wat we die avond zullen gaan eten.

Ik zet mijn fiets buiten in het rek, begroet in het voorbijgaan de straatkrantverkoper en pak snel een mandje.

Het is druk in de winkel. Ik heb geen lijstje gemaakt (dat wordt weer een uitdaging, en waarschijnlijk moet ik nog een keer terug als de pannen straks op het vuur staan:-) en probeer de inhoud van de koelkast voor de geest te halen. Wat heb ik allemaal nodig?

Ik gooi hier en daar iets in mijn mand en haast mij langs de schappen.

Voor het schap met de ontbijtkoek sta ik stil. Dan hoor ik iemand achter mij zeggen: “U moet die kruidkoek nemen mevrouw, die is zó lekker”. Ik draai me om en kijk in het gezicht van een oude dame. Onze ogen ontmoeten elkaar. En dan gebeurt het. Ze raakt me. Alsof haar ogen veel meer vertellen dan over smakelijke kruidkoek. Ze heeft nu mijn volle aandacht. “Vertel eens mevrouw, wat maakt die koek zo lekker”?, vraag ik haar. Dan gaat ze vertellen, over haar eigen kruidenierswinkel, die ze samen met haar man runde, over de oorlog, de onderduikers die in haar huis verstopt waren en over haar man, die vorig jaar aan suikerziekte is overleden.

Ondertussen gaat ze op haar rollator zitten en ze kijkt voor zich uit. Ze vertelt over haar leven zonder hem. Het is een eenzaam leven, maar dagelijks doet ze haar boodschapjes. En heel soms, komt ze iemand tegen en maakt ze een praatje. Zoals nu. “Nu kan ik het weekend weer doorkomen”, zegt ze, “wat fijn dat u naar me heeft geluisterd”. Het is misschien een onbeleefde vraag, maar ik ben toch heel benieuwd naar haar leeftijd…

“Ik ben 92”, zegt ze. Wauw, ik voel respect en ontroering. Wat een dappere dame. En wat kan ik van deze oudere generatie toch veel leren over het leven.

Het was een mooie ont-moeting. In mijn mand liggen uiteindelijk niet alle benodigde boodschappen, maar hij is veel rijker gevuld.